Samenvatting
Deze subsidie ondersteunt innovatieve samenwerkingsprojecten van midden- en kleinbedrijven (mkb) die zich richten op industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling. Het doel is om regionale en intersectorale samenwerking te stimuleren en technologische innovatie in het Nederlandse bedrijfsleven te versnellen. Wat deze regeling bijzonder maakt, is de combinatie van regionale afstemming en landelijke financiële ondersteuning, gericht op samenwerking tussen mkb’ers.

Wat is de MIT: R&D-Samenwerkingsprojecten ?
De MIT R&D-samenwerkingssubsidie is een regeling die financiële ondersteuning biedt aan mkb-bedrijven die gezamenlijk werken aan innovatieve onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten. Het gaat hierbij om projecten die zich bevinden in de vroege fasen van technologische ontwikkeling of om experimentele toepassingen van nieuwe technologieën. De regeling wordt mogelijk gemaakt door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en wordt uitgevoerd via regionale samenwerkingsverbanden, zoals de provincies en enkele stedelijke regio’s.

Voor wie is de MIT bedoeld ?
Deze regeling richt zich uitsluitend op mkb-bedrijven die in Nederland gevestigd zijn. De subsidie is bedoeld voor ondernemingen die met minimaal één andere mkb’er een samenwerkingsverband aangaan. Dit kunnen bedrijven zijn uit uiteenlopende sectoren, zoals energie, agri & food, gezondheidstechnologie, logistiek en maakindustrie. Een belangrijk criterium is dat het project moet passen binnen de zogenaamde Kennis- en Innovatieagenda’s (KIA’s) van het missiegedreven innovatiebeleid. Partijen die eerder een MIT-haalbaarheidsproject hebben uitgevoerd, kunnen ook profiteren van de opgedane kennis.

Wat is het doel van de subsidie ?
Het centrale doel van deze subsidie is het versterken van de innovatiekracht van het mkb via samenwerking. Door gezamenlijk onderzoek en ontwikkeling te stimuleren, wil de overheid technologische oplossingen bevorderen die aansluiten bij maatschappelijke uitdagingen en economische kansen. De regeling is succesvol wanneer de samenwerking leidt tot vernieuwende producten, processen of diensten met potentieel voor economische toepassing. Dit doel wordt bereikt door het combineren van technische kennis, marktinzicht en ontwikkelingscapaciteit van meerdere mkb’ers.

Waarvoor kunt u MIT ontvangen ?
Subsidiabele kosten betreffen voornamelijk:
- Lonen van medewerkers die direct bijdragen aan het project
- Kosten van apparatuur, testopstellingen of prototypes
- Kosten van inhuur van expertise of derden
- Projectmanagement binnen de samenwerking
- Reis- en verblijfskosten direct gekoppeld aan projectactiviteiten
De subsidie dekt geen marketingkosten, reguliere bedrijfsactiviteiten of investeringen in commerciële productielijnen.

Hoeveel subsidie kunt u krijgen
Per samenwerkingsproject kan tot € 350.000 aan subsidie worden verkregen. De subsidiabele kosten zijn maximaal € 571.428. Het subsidiepercentage bedraagt 35% van de subsidiabele kosten.
Er zijn twee categorieën binnen de regeling: kleine R&D-samenwerkingen:
- Kleine R&D-samenwerkingen
- Minimaal € 50.000 en maximaal € 200.000 per innovatieproject, waarvan minimaal € 25.000 en maximaal € 100.000 per deelnemer.
- Grote R&D-samenwerkingen
- Minimaal € 200.000 en maximaal € 350.000 per innovatieproject, waarvan minimaal € 25.000 en maximaal € 175.000 per deelnemer.
De regeling werkt via een tenderprocedure: aanvragen worden vergeleken en gerangschikt op kwaliteit, relevantie en potentieel. Het totaal beschikbare budget verschilt per regio, waarbij landelijke en provinciale middelen gecombineerd worden.

Wat zijn de voorwaarden ?
- Minimaal twee onafhankelijke mkb’ers werken samen
- Het project draagt bij aan één van de KIA’s
- De samenwerking is vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst
- De looptijd van het project bedraagt maximaal 2 jaar
- Er moet een duidelijke begroting, projectplan en fasering worden ingediend
- U moet beschikken over eHerkenning (niveau 3 of hoger)
- Er geldt een strikte deadline voor indiening
Niet-subsidiabel zijn bijvoorbeeld projecten die al gestart zijn vóór indiening of die onvoldoende innovatief of samenhangend zijn.

MIT: R&D-Samenwerkingsprojecten aanvragen
Voorbereiding
Een zorgvuldige voorbereiding is belangrijk voor een succesvolle aanvraag binnen de MIT-regeling. Subwerk begeleidt u hierbij met een gestructureerde en resultaatgerichte aanpak.
- Projectidentificatie en partnerschapstoets
De MIT: R&D-samenwerkingsprojecten richt zich specifiek op samenwerkingsverbanden tussen twee of meer onafhankelijke mkb-bedrijven. Subwerk inventariseert samen met u:
- Welke innovatieve ontwikkelprojecten passen binnen de voorwaarden van de regeling
- Welke bedrijven een logische en juridisch toelaatbare samenwerking kunnen vormen
- Hoe de rollen, verantwoordelijkheden en intellectuele eigendomsrechten evenwichtig worden verdeeld
- Inhoudelijke onderbouwing van het innovatieproject
Subwerk helpt u het R&D-project krachtig te positioneren binnen de beoordelingscriteria van de regeling: innovativiteit, economische waarde, samenwerking, en kwaliteit van de uitvoering. Daarbij brengen we samen de volgende aspecten scherp in beeld:
- Technische vernieuwing ten opzichte van bestaande oplossingen
- Technologische risico’s en ontwikkeluitdagingen
- Economisch perspectief voor de samenwerkende partijen
- Praktische uitvoerbaarheid en toegevoegde waarde van de samenwerking
Onze inhoudelijke begeleiding is erop gericht om een overtuigend projectplan op te stellen dat aansluit bij de focusgebieden van de regionale of landelijke MIT-uitvraag.
- Administratieve voorbereiding en samenwerkingsdocumentatie
Subwerk zorgt ervoor dat de administratieve randvoorwaarden op orde zijn:
- Opstellen of controleren van een heldere samenwerkingsovereenkomst conform de subsidie-eisen
- Toetsen van uittreksels KvK, statuten en machtigingen
- Inrichten van een projectstructuur die aansluit op subsidiabel werk: uren, kosten, rapportageverplichtingen
- Timing en strategische afbakening
De MIT-regeling kent een jaarlijkse openstelling en werkt op basis van een tenderprocedure (ranking op kwaliteit). Subwerk bewaakt de deadline en ondersteunt bij de juiste scopebepaling:
- Welke werkzaamheden vallen binnen de subsidiabele periode?
- Welke onderdelen kunnen elders (bijv. via WBSO of EFRO) worden ondersteund?
- Hoe kunnen de kosten van beide partijen goed verdeeld worden?
Aanvraagprocedure
De aanvraag voor de MIT: R&D-samenwerkingsprojecten wordt digitaal ingediend via het loket van de RVO of via een regionale uitvoeringsorganisatie. Subwerk verzorgt de volledige aanvraag en bewaakt de formele vereisten.
- Online indiening via het RVO-loket of SNN/Stimulus
Subwerk dient uw aanvraag in via het juiste eLoket met behulp van eHerkenning. Hierbij wordt het volledige projectplan, de begroting en de samenwerkingsovereenkomst digitaal meegestuurd.
- Realistische begroting en kosteninschatting
De subsidie bedraagt 35% van de subsidiabele kosten, met een minimum van €50.000 en een maximum van €350.000 per project. Subwerk stelt een nauwkeurige begroting op, inclusief:
- Ureninzet (inclusief uurtarieven)
- Kosten voor apparatuur, materiaal, derdeninhuur
- Verdeling van kosten tussen de samenwerkingspartners
We zorgen ervoor dat alle kosten goed worden onderbouwd en voldoen aan de subsidiabele richtlijnen.
- Beoordelingscriteria en scoreoptimalisatie
Subwerk zorgt ervoor dat uw aanvraag aansluit bij de vier formele beoordelingscriteria van de regeling:
- Innovativiteit
- Economisch perspectief
- Samenwerking
- Kwaliteit van de uitvoering
Onze ervaring helpt u om de aanvraag zodanig te positioneren dat deze hoog scoort in de tenderprocedure.
Beoordeling
Na indiening wordt de aanvraag beoordeeld in een tenderproces. Alleen de beste aanvragen binnen het subsidieplafond ontvangen een beschikking. Subwerk fungeert als uw aanspreekpunt in deze periode.
- Inhoudelijke toetsing
RVO of de regionale uitvoerder beoordeelt het projectplan op kwaliteit, technische onderbouwing en economische potentie. Subwerk zorgt ervoor dat uw aanvraag volledig, consistent en overtuigend is, zodat deze optimaal scoort binnen de rangschikking.
- Aanvullende vragen of verduidelijkingen
Mocht de beoordelaar nadere informatie wensen, dan reageert Subwerk snel en inhoudelijk scherp. Wij zorgen ervoor dat toelichtingen technisch en strategisch aansluiten bij het oorspronkelijke projectplan.
- Beschikking
Bij honorering ontvangt u een subsidiebeschikking waarin de toegekende subsidie, voorwaarden en rapportageverplichtingen zijn opgenomen. Subwerk controleert deze beschikking en adviseert over de juiste inrichting van de projectadministratie.
Na toekenning
Subwerk blijft gedurende de hele looptijd van het project betrokken om te zorgen dat uw organisatie aan alle verplichtingen voldoet en het maximale uit de subsidie haalt.
- Projectadministratie en voortgangscontrole
Samen richten we een heldere projectadministratie in:
- Urenregistraties per medewerker en activiteit
- Kostenbewijzen en facturen per kostensoort
- Duidelijke onderbouwing van voortgangsresultaten
Subwerk biedt indien gewenst sjablonen en digitale tools aan voor efficiënt beheer.
- Tussentijdse en eindrapportage
Gedurende de looptijd en na afronding van het project moet inhoudelijke en financiële verantwoording worden afgelegd. Subwerk verzorgt deze rapportages, inclusief:
- Beschrijving van voortgang en behaalde resultaten
- Verklaring van kosten versus begroting
- Eindafrekening met ondersteunende bewijsstukken
- Evaluatie en vervolgsubsidies
Na afloop van het project evalueren we samen het proces en verkennen we mogelijkheden voor vervolgfinanciering, zoals de WBSO, EFRO, Horizon Europe of LIFE. Subwerk adviseert strategisch over vervolgstappen in uw innovatiebeleid.

Belangrijke data en deadlines
- Openstelling: Jaarlijks vanaf medio juni
- Sluitingsdatum: Meestal eind augustus
- Beoordeling: Na sluiting, met uitslag uiterlijk in het vierde kwartaal
- Verantwoording: Binnen 13 weken na afronding van het project

Veelgestelde vragen
Wat wordt precies verstaan onder een ‘samenwerkingsverband’ binnen deze regeling?
Binnen deze regeling wordt een samenwerkingsverband gedefinieerd als een structurele samenwerking tussen minimaal twee onafhankelijke mkb-ondernemingen. Deze samenwerking moet gericht zijn op gezamenlijke ontwikkeling van een innovatief product, proces of dienst. Dat betekent dat beide partijen aantoonbaar bijdragen aan de uitvoering van het project: in kennis, arbeid, financiën of middelen. De samenwerking moet worden vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst, waarin verantwoordelijkheden, bijdragen en verdeling van resultaten duidelijk zijn omschreven.
Belangrijk is dat geen van de partijen de volledige zeggenschap heeft over het project; er moet sprake zijn van evenwichtige inspraak en gedeeld belang. Verder moeten beide partijen economisch zelfstandig zijn, wat betekent dat ze juridisch en financieel los van elkaar opereren. Groepsmaatschappijen of dochterbedrijven van dezelfde holding kunnen dus niet samen een aanvraag indienen.
Een goede samenwerking is cruciaal voor een hoge score bij de beoordeling, omdat het project beoordeeld wordt op synergie, complementariteit en gezamenlijke doelgerichtheid.
Hoe innovatief moet een project zijn om in aanmerking te komen?
De regeling is bedoeld voor projecten die een duidelijke technologische vernieuwing beogen. Het gaat dus niet om incrementele verbeteringen of aanpassingen van bestaande producten, maar om substantiële vernieuwing met technische onzekerheden. U moet aantonen dat de ontwikkeling technisch uitdagend is, nog niet op de markt beschikbaar is en dat de uitkomst niet vooraf vaststaat.
De beoordelaars letten onder meer op de volgende aspecten:
- De mate van technologische vernieuwing
- De aanwezigheid van risico’s en onzekerheden in de ontwikkeling
- De originaliteit van de oplossing binnen de sector
- De verwachte economische en maatschappelijke impact
Het helpt als u kunt aantonen dat er wereldwijd of nationaal nog geen vergelijkbaar product bestaat, bijvoorbeeld via markt- of octrooiresearch. Projecten die slechts een doorontwikkeling zijn van bestaande technologie of een lokale aanpassing voor bestaande toepassingen, scoren doorgaans lager.
Mag een project al gestart zijn voordat de subsidie is aangevraagd?
Nee, het project mag nog niet gestart zijn op het moment van indiening. De regeling hanteert het zogenaamde 'niet eerder begonnen'-principe. Dat betekent dat u pas met de uitvoering mag starten nadat de aanvraag is ingediend. Als u eerder kosten maakt of werkzaamheden uitvoert die betrekking hebben op het project, kan dit leiden tot afwijzing van uw aanvraag.
Onder 'start van het project' vallen ook voorbereidende handelingen die rechtstreeks bijdragen aan het projectresultaat, zoals experimenten, prototyping of inhuur van expertise. Oriënterende gesprekken en het opstellen van het projectplan vallen hier niet onder en mogen wel vooraf plaatsvinden. U doet er verstandig aan om een heldere tijdslijn te hanteren in uw projectdocumentatie, met een startdatum ná de aanvraagdatum. Zo voorkomt u dat uw aanvraag op formele gronden wordt afgewezen.
Hoe verloopt de beoordeling van de aanvragen?
De beoordeling verloopt via een tenderprocedure. Dat betekent dat alle binnengekomen aanvragen worden vergeleken en gerangschikt op basis van vooraf bekendgemaakte criteria. Alleen de beste projecten ontvangen subsidie, afhankelijk van het beschikbare budget. Dit in tegenstelling tot ‘first come, first served’-regelingen, waar de volgorde van indiening doorslaggevend is.
De belangrijkste beoordelingscriteria zijn:
- Innovatiegehalte: hoe vernieuwend is het project?
- Kwaliteit van de samenwerking: hoe vullen de partijen elkaar aan?
- Technische haalbaarheid en uitvoerbaarheid
- Maatschappelijke impact en economische potentie
- Mate van risico’s en hoe die worden gemanaged
Een onafhankelijke beoordelingscommissie beoordeelt de aanvragen, vaak met expertise op het gebied van technologie, economie en beleid. Een goede aanvraag bevat dus niet alleen een helder projectplan, maar ook een overtuigende onderbouwing van de meerwaarde, risico’s en verwachte resultaten.
Hoe zit het met regionale verschillen in de regeling?
Hoewel de regeling landelijk wordt gecoördineerd, is de uitvoering regionaal georganiseerd. Dat betekent dat u uw aanvraag indient bij de regio waarin uw bedrijf gevestigd is. Iedere regio stelt eigen budget beschikbaar en kan daarnaast accenten leggen in de beoordeling, bijvoorbeeld op regionale economische prioriteiten of sectorale speerpunten.
De 12 provincies, samen met enkele stedelijke regio’s zoals de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, verzorgen de beoordeling en afhandeling binnen hun gebied. Het is dus belangrijk om goed na te gaan welke regio voor uw bedrijf relevant is en welke regionale beleidskaders van toepassing zijn. In sommige gevallen kunnen regio’s aanvullende informatie of voorwaarden hanteren.
Let op: als u als samenwerkingsverband partners uit verschillende regio’s heeft, dient de aanvraag ingediend te worden bij de regio van de penvoerder (de partij die de aanvraag coördineert). Zorg dat u vooraf afstemt wie die rol op zich neemt.
Is het mogelijk om een haalbaarheidsproject voorafgaand aan deze subsidie uit te voeren?
Ja, dat is zelfs wenselijk. De MIT-regeling kent naast de R&D-samenwerkingsprojecten ook een zogenaamde haalbaarheidsregeling. Hiermee kunt u financiering krijgen voor het uitvoeren van een marktanalyse, technische verkenning of concurrentieonderzoek. Het doel van deze voorfase is om vast te stellen of het project technisch en economisch levensvatbaar is.
Een succesvol afgerond haalbaarheidsproject kan de basis vormen voor een sterke R&D-aanvraag. U beschikt dan over onderbouwde kennis van de marktkansen, risico’s en benodigde ontwikkeling. Bovendien laat u hiermee zien dat u het project serieus voorbereidt en strategisch opbouwt. Let op: een eerdere MIT-haalbaarheidsbijdrage betekent niet automatisch dat u recht heeft op de R&D-subsidie, maar het verhoogt wel de kwaliteit van uw aanvraag.
Wat gebeurt er na toekenning van de subsidie?
Na toekenning ontvangt u doorgaans een voorschot, waarmee u het project kunt starten. Dit voorschot bedraagt meestal 80% van het toegekende subsidiebedrag. Tijdens de uitvoering moet u periodiek rapporteren over de voortgang, inhoudelijk én financieel. U houdt daarvoor een projectadministratie bij, waarin u onder andere gewerkte uren, kosten en facturen vastlegt.
Aan het einde van het project levert u een eindrapportage in, samen met een financiële verantwoording. Dit wordt getoetst door de subsidieverstrekker, eventueel met aanvullende controles of steekproeven. Pas daarna ontvangt u het resterende bedrag. Zorg dus dat uw projectadministratie vanaf de start op orde is, want onvolledige verantwoording kan leiden tot terugvordering van de subsidie.
Een goede voorbereiding, discipline in rapportage en open communicatie met de subsidieverstrekker zijn essentieel om het hele subsidieproces succesvol te doorlopen.
