Technology Readiness Levels (TRL) en subsidies

TRL

TRL’s zijn veel meer dan een administratieve vereiste bij subsidieaanvragen. Ze vormen een krachtig instrument voor innovatieplanning, risicobeheersing en strategische positionering binnen het subsidie-ecosysteem.

Door helder inzicht te bieden in de ontwikkelingsfase van een technologie, zorgen TRL’s voor transparantie, vergelijkbaarheid en een betere match tussen project en financiering. Wie de TRL-methodiek effectief weet te benutten, vergroot zijn kans op succesvolle subsidietrajecten aanzienlijk.

Subsidieverstrekkers – zoals de Europese Commissie, RVO of regionale ontwikkelingsmaatschappijen – gebruiken steeds vaker het concept van Technology Readiness Levels (TRL’s) als beoordelingskader voor subsidieaanvragen. In dit artikel gaan we dieper in op wat TRL is, waarom het zo’n belangrijk instrument is binnen subsidietrajecten, en hoe ondernemers en onderzoekers er strategisch gebruik van kunnen maken.

Wat zijn Technology Readiness Levels (TRL’s) ?

TRL staat voor Technology Readiness Level, een schaal die oorspronkelijk is ontwikkeld door NASA en inmiddels breed wordt toegepast, met name in Europese en nationale innovatiesubsidies. De schaal bestaat uit negen niveaus (1 tot en met 9), die een gestandaardiseerde maat bieden voor de volwassenheid van een technologie:

  • TRL 1 – Fundamentele principes waargenomen
  • TRL 2 – Technologieconcept geformuleerd
  • TRL 3 – Experimenteel bewijs van concept
  • TRL 4 – Labvalidatie van componenten of systeem
  • TRL 5 – Validatie in relevante omgeving
  • TRL 6 – Demonstratie in relevante omgeving
  • TRL 7 – Demonstratie in operationele omgeving
  • TRL 8 – Volledig systeem is getest en ‘qualified’
  • TRL 9 – Systeem is ‘proven’ in operationeel gebruik

Het gebruik van TRL’s maakt het mogelijk om technologieën op een uniforme manier te beoordelen, en helpt subsidiegevers om projecten te selecteren die passen binnen het ambitieniveau van een regeling.

Waarom zijn TRL’s relevant voor subsidies ?

Subsidies zijn vaak bedoeld om bepaalde risicovolle ontwikkelstappen te financieren. TRL’s geven inzicht in waar dat risico precies ligt. Subsidieprogramma’s richten zich meestal op een specifieke TRL-range. Zo kunnen fundamenteel onderzoek en proof-of-concept projecten in aanmerking komen voor andere regelingen dan demonstratie- of marktintroductieprojecten. Enkele voorbeelden:

  • Horizon Europe – EIC Pathfinder: richt zich op TRL 1-3 (vroeg onderzoek)
  • Horizon Europe – EIC Transition: richt zich op TRL 3-5
  • Horizon Europe – EIC Accelerator: richt zich op TRL 5-9 (opschaling en marktintroductie)
  • LIFE Milieu en Klimaat: richt zich op TRL 5-8, met nadruk op demonstratie
  • MIT R&D-samenwerkingsprojecten (Nederland): doorgaans TRL 4-7

Door de TRL van een project correct te positioneren, kunnen aanvragers hun aanvraag beter afstemmen op de doelstellingen van de regeling, en vergroten zij hun kans op toekenning.

Het belang van een correcte TRL-inschatting

Een veelgemaakte fout bij subsidieaanvragen is het overschatten of onderschatten van de TRL. Dit kan leiden tot een mismatch tussen de projectdoelstellingen en de verwachtingen van de subsidiegever. Overschatting kan bijvoorbeeld resulteren in afwijzing omdat de technologie nog niet rijp genoeg is voor implementatie. Onderschatting kan ertoe leiden dat men financiering aanvraagt voor activiteiten die niet meer subsidiabel zijn binnen het betreffende programma.

Een goede TRL-inschatting vraagt om onderbouwing. Hierbij kunnen onder andere de volgende elementen een rol spelen:

  • Resultaten uit eerder onderzoek of pilots
  • Publicaties of validatie door derden
  • Demonstratieproeven of testomgevingen
  • Samenwerkingen met launching customers of testpartners

Daarnaast loont het om gebruik te maken van een externe validatie, bijvoorbeeld via een quickscan of beoordelingsrapport.

Strategisch gebruik van TRL’s in een subsidieplanning

Voor organisaties die zich strategisch willen positioneren binnen meerdere subsidieprogramma’s, is het raadzaam om een roadmap te ontwikkelen op basis van TRL-fasen. Zo kan men gefaseerd werken aan technologische ontwikkeling, waarbij iedere fase wordt ondersteund door passende financiering. Een mogelijke aanpak is als volgt:

  1. TRL 1-3: Eigen onderzoek of universiteitspartners, financiering via onderzoeksfondsen
  2. TRL 4-5: Samenwerking met kennisinstellingen en partners in testomgevingen, financiering via bijvoorbeeld Horizon Europe Transition, MIT of nationale innovatieprogramma’s
  3. TRL 6-7: Opschaling via pilots en demonstratieprojecten, LIFE of Interreg
  4. TRL 8-9: Marktintroductie, financiering via EIC Accelerator, InvestEU of regionale fondsen

Door deze stappenplanmatig te benaderen, kunnen organisaties hun subsidiekansen optimaliseren en technologische risico’s gespreid financieren.

TRL’s en multidisciplinaire innovatie

TRL’s zijn met name gericht op technologische rijpheid, maar veel subsidieprogramma’s hechten ook waarde aan andere aspecten van innovatie, zoals maatschappelijke impact (social readiness), marktpotentieel (market readiness) en organisatierijpheid (organizational readiness). Hoewel TRL een kernrol speelt in de beoordeling, is het dus belangrijk om het bredere plaatje niet uit het oog te verliezen.

In Europese programma’s zoals Horizon Europe wordt vaak gevraagd naar aanvullende readiness-niveaus (SRL, MRL, etc.), zeker in projecten met maatschappelijke meerwaarde of gedragsverandering. Een sterk subsidievoorstel positioneert de technologie dus niet alleen in TRL-termen, maar plaatst deze ook in een bredere context van adoptie, schaalbaarheid en businessmodel.

Contact

    Onze subsidieadviseurs staan u graag te woord.

    Vrijblijvend telefonisch adviesgesprek
    Advies van een ervaren subsidieadviseur
    Sparren over strategie en toekomst

    Neem contact op via ons contactformulier of bel 076-3690174.

    Please prove you are human by selecting the heart.

    Bericht

    Met het invullen van dit contactformulier gaat u akkoord met onze privacy policy.